zondag 26 oktober 2008

Wat de Essence training mij heeft gebracht

De Essence training heeft me een enorme stimulans gegeven op menselijk vlak. Deze (vijfdaagse) training gaat dan ook over de menselijke ervaring. Iedereen haalt natuurlijk iets anders uit zo’n training, want het is geen theoretische leerschool, maar een praktische. Door oefeningen heb ik de instrumenten in praktijk gebracht en zelf ervaren hoe iets voor mij werkt, of hoe iets juist niet werkt.

In mijn geval heb ik ervaren, dat de gedachtenstroom in mijn hoofd tot stand kan komen. Ik heb (weer) rust in mijn hoofd. Als ik met iemand spreek, kan ik volledig luisteren. Dan zit ik niet meer na te denken over wat ik ervan vind of wat ik moet zeggen of vragen. En het resultaat is dat ik meer hoor van wat de ander zegt en bovendien veel spontaner ben geworden en veel beter kan reageren wanneer dat nodig is. De gedachtenstroom die mij beperkte, is weg. Ik ben daardoor gegroeid en voel me veel vrijer.

Wat mij ook helpt is om actief anderen te benaderen, op kantoor, in de winkel, etc. Spontaan beginnen, levert ook voor mijzelf een fijnere sfeer op. Moet ik dan altijd zelf beginnen? Ja, als ik iets bereiken wil wel. Want ik kan de anderen om mij heen niet dwingen om iets te doen of om te veranderen. Dus de enige directe invloed die ik heb op mijn omgeving, is bij mijzelf te beginnen, door zelf in actie te komen. Door actief te worden in mijn eigen leven! En niet passief af te wachten of te hopen dat dingen veranderen. God heeft mij een lichaam gegeven en het wordt tijd dat ik die 100% ga inzetten. Het is niet voor niets dat de mens een lichaam en geest heeft, die twee vullen elkaar aan.

Tijdens de Essence training heb ik ook geleerd hoe conflicten ontstaan, wat ik kan doen om conflicten te voorkomen of hoe ik een uiteg kan creëren. Maar vooral hoe een conflict mij minder energie kan kosten. Ik ga weer met plezier naar mijn werk, nog steeds, ook als er moeilijkheden zijn of spanningen dreigen. Niet omdat ik móet werken maar omdat ik het wil en een plezierige dag wil beleven. Dat is al een volledige andere benadering. Als de dingen anders lopen dan verwacht, dan raak ik niet teleurgesteld of boos, maar kijk ik wat nodig is en neem ik de actie. Als iemand kritiek op mij heeft, prima, daar laat ik mijn stemming niet door beïnvloeden. Ik kijk of ik iets met de kritiek kan doen. En als ik er niets mee kan doen, dan ook prima. In beide gevallen zeg ik dankjewel.

Als ik verdriet heb, kan ik dat toelaten maar ook beëindigen. Vroeger gaf verdriet, eenzaamheid, of het mijzelf terugtrekken, nog een soort misplaatst gevoel van troost of bescherming. Eenzaamheid voelt nu niet meer als verlaten. Ik heb geen moeite meer om alleen te zijn. Want ik heb mijzelf leren accepteren, ja ik kan nu zelfs van mijzelf houden. Het resultaat is dat ik mij niet meer 0-1 achter voel staan, integendeel, ik sta 1-0 voor. Ik heb meer energie en voel me beter. De eerste maanden na de Essence training had ik aan 6 uur slaap per dag genoeg, nu is dat weer het gewone gemiddelde van 8 uur. Ook voel ik mij na mijn werk niet meer uitgeput en als ik al moe ben en even om de bank ga liggen, heb ik na een paar minuten al weer voldoende energie om verder te gaan. Het leven is voor mij steeds meer de reis zelf geworden, in het hier en nu. Ik ben niet ontevreden over het verleden of over fouten, of ontevreden om niet bereikte doelen. Ik ben meer gericht op het hier en nu, en daardoor ook meer in tegenwoordigheid van God, die immers ook in het Hier en Nu is!

Ik probeer naar mensen te kijken door de ogen van God. Want in Gods ogen zijn we geliefd en volmaakt, hij heeft ons immers geschapen. Wij als mensen zijn in die zin goed en gewenst en 100% aanwezig. Andersom, als ik met mijn eigen ogen naar God kijk, dan besef ik dat ik niet volmaakt ben en fouten maak. En dat ik dus nog kan groeien. Nu kan ik duidelijker onderscheid maken tussen wíe ik ben (goed, als kind van God) en wat ik doe of hoe ik het doe, goed of verkeerd (mijn handelen).

Ook probeer ik meer te kijken naar wat anderen goed doen. En dat ook tegen ze te zeggen. Een compliment te geven voor wat goed gaat. Mijn ervaring nu is dat dat 100% meer effect heeft dan te zeggen wat iemand niet goed doet. En daarom probeer ik nu ook te kijken naar wat ikzelf goed doe. Naar de successen die ik behaal: bijvoorbeeld wanneer ik iets heb uitgevoerd van wat ik geplanned heb, of wanneer ik geleerd heb van mijn fouten. Door te kijken naar wat ik goed doe, komt alles in een positieve stroomversnelling.

vrijdag 24 oktober 2008

Twee onvergetelijke ervaringen: de alpha-cursus en de Sinaï-woestijn

De Alpha cursus.
Tijdens de Alpha cursus heb ik gezien dat de H. Geest werkt en elke deelnemer persoonlijk op zijn weg begeleid. Aan eenieder op zijn plaats, op zijn moment, op zijn weg. Daardoor ben ik opener geworden voor anderen, voor hun weg en spiritualiteit, en ben ik gestopt met vergelijken, oordelen of overtuigen.

De Sinaï woestijn.
Tijdens een reis door de Sinaï woestijn ben ik beter gaan beseffen wat stilte is. Daar merkte ik dat stilte niet is dat je niets hoort. Maar dat je juist alles hoort wát er aan geluid is. Ook al komt het van kilometers ver! Een soort oneindigheid dus.
We hebben tijdens de Sinaï-reis ook de berg Horeb beklommen, waar Elia God heeft ontmoet, niet in de storm, niet in de wind, maar in de stilte. De stilte maakt de aanwezigheid van God tastbaar.

dinsdag 22 november 2005

Camille Claudel (De Paardenkathedraal 2005). Theater. Een recensie.

Eén van de schaarse, sterke scènes in Tanghe’s theateruitvoering van Camille Claudel (De Paardenkathedraal, 2005), is het moment dat Rodin zijn tirade afsluit met de dreigende en claimend uitroept: “Jij blijft bij mij!”. Of, wanneer Camille Claudel het pleidooi van beeldend kunstenaar Rodin over de lust, belachelijk maakt en het hem kwalijk neemt dat zijn talent is ingekakt, dat het hoogtepunt van zijn talent voorbij is, dat hij overal te moe voor is en dat zijn assistenten voor hem het werk moeten doen. Kortom, dat hij verburgerlijkt is geraakt als kunstenaar. Als minnaar en aanbidder daagt zij hem uit, om samen nieuwe wegen in te slaan, om samen het vuur van het talent weer op te stoken. Maar Rodin wil niet meer. Zijn talent zit vastgeketend aan zijn verantwoordelijkheidsgevoel voor het atelier, aan zijn zinnelijke bevrediging en aan zijn gemakkelijke leventje als gevierd kunstenaar.

In tegenstelling tot wat NRC schrijft (21-11-2005), is de liefde tussen Rodin en Camille Claudel in dit theaterstuk helemaal niet mooi uitgebeeld, in de scène waarin Rodin de naaktheid van Camille Claudel insmeert met kleiwater. Sterker nog, er is zelfs geen sprake meer van liefde, alleen maar van lust. Versteende lust. Het is dan ook de lust en niet meer de kunst, waarmee Rodin in dit theaterstuk van Dirk Tanghe, Camille Claudel tot een liefdesrelatie verleidt. Lust is tot slot, ook het minachtende woord dat Camille Claudel, gedesillusioneerd, fysiek ingestort, ontgoocheld en verbitterd met een wrange nasmaak, als Salomons oordeel over Rodin uitspreekt.

Als publiek ervaar en doorleef je dit enge gevoel van leegte en teleurstelling het sterkst op het moment dat Rodin en Camille Claudel letterlijk uit de kleren gaan: de onschuld verdwijnt, de spanning en verbeelding vallen plotseling weg en maken plaats voor een stille leegte. Een diepe teleurstelling blijft voelbaar achter, zoals na een daad die afgedwongen is door lust en zonder liefde. Het voelt ineens alsof de naaktheid van Claudel zélf tot symbool geworden is, van de eenzaamheid en verlatenheid na misbruik te zijn, door lust of verkrachting.

Verbaal geeft Camille Claudel hun dubbele relatie de doodsteek door te zeggen dat hij maar een beeldhouwer is, en ’bovendien een hele slechte’. Maar het inzicht komt te laat: weliswaar weet zij zich aan de macht van Rodin te ontworstelen, het egoïsme van haar moeder ontkomt zij niet: gedwongen wordt zij opgenomen in een gesticht. ‘Camille Claudel’, een dramatisch mooi theaterstuk van de Paardenkathedraal, met een wrange nasmaak.